maandag 8 mei 2017

In de kern en daar voorbij

Ik spreek denk ik voor alle collega-koppigaards als ik zeg dat het soms ongelooflijk frustrerend is wanneer je botst op jezelf en toch weer niet wil toekomen.
Na jaren van zelfreflectie, zelfverbetering en al van dat, kom ik toch steeds op dezelfde kern uit. 
En ja, ik weet het. En ja, ik ga er soms aan ten onder. En toch, ja toch, blijf ik tegen dezelfde muur oplopen. Een beetje zoals mijn oma, die haar hoofd telkens tegen een betonnen muur bleef stoten. Maar misschien nog net iets minder zelfdestrcutief. ;)

Waarom eigenlijk? 
De laatste jaren ben ik heel veranderd. Van niets doen, naar euhm... bijna alles doen. Ik ben een gemodereerde versie van de Silke-tiener die klierkoorts kreeg geworden. 
Het ging ook best goed, maar je kent het, dan komt er dit en dat bij en voor je het weet, ben je overladen. Ergens wetende dat ik beslissingen moet nemen en het ergens toch ook niet kunnen. Want zo ben ik wel. Als het dan teveel wordt zeg ik in mezelf "ik moet dat maar kunnen". "Ik moet maar een manier zoeken om het aan te kunnen." Want anders faal ik. Als ik iets loslaat of opgeef, dan faal ik. Dus wanhopig blijf ik proberen om perfect te zijn in alles. Een onmogelijk streefbeeld, dat ik nooit zal kunnen halen . 
Ik kan maar op twee levels functioneren: all in of all out: het moet perfect zijn, of helemaal niet.
Vreemd genoeg zie ik het zelf vaak niet als streven naar perfectie. Ik wil graag dingen gewoon goed genoeg doen. Maar mijn visie op "goed genoeg" komt eigenlijk best wel dicht bij perfectie. 
Uiteraard zorgt mijn drang voor perfectie dat ik fouten maak, toch wanneer ik te veel te snel wil doen. 
Waar komt die drang toch vandaan? Vaak heb ik de neiging om het op mijn kindertijd te steken. Maar volgens mij ligt het ook gewoon in mijn karakter. Misschien heb ik niet voldoende geleerd om hiermee om te gaan. Op school kreeg ik juist nog meer de boodschap dat het niet goed genoeg was. Dat ik nog harder moest werken. Is dat eigenlijk wat we onze kinderen leren?  

Het typische nature/nurture debat. Maar het heeft nu niet zoveel zin meer om weeral eens stil te staan bij het verleden dat me misschien heeft gevormd.
Nee, de vraag is, wat lever het mij eigenlijk op? Welk gevoel zorgt ervoor dat ik dit blijf doen? 

Angst? Angst om niet even sterk te zijn als andere mensen. Angst om als "niet goed genoeg" bestempeld te worden. Maar waarom ben ik daar zo bang voor?
Isolatie denk ik, misschien heb ik het idee dat ik moet uitblinken om ergens te kunnen bijhoren? Misschien ben ik gewoon bang om nergens bij te horen. Om alleen te staan. Om geen waarde of nut te hebben? Bij deze gedachten bots ik vaak op weerstand.
Want dan krijg ik ideeën als "ja, het is toch normaal dat ik mijn verantwoordelijkheden moet oppakken? Als ik daar te zwak voor ben is dat mijn probleem, dan moet ik er maar beter mee omgaan." 
En weerstand betekent dat net daar de plaats ligt om dieper te graven.

Maar toch, toch hou ik ergens veel van dat kantje van mij. Ik hou van de variatie die het me geeft in mijn leven. Ik hou ervan om me te geven aan een project, ook al blokkeert mijn perfectionisme, men potentieel tot perfectionisme soms.
Het geeft me vaak ook energie, wanneer ik me ergens tot in de details kan inwerken. Als dat dan goed gaat, krijg ik een ongelooflijke rush. Dan voel ik me terug sterk. Wanneer ik nachtjes door heb gedaan, om toch maar een goede taak af te leveren of om toch voor dat examen te kunnen slagen, dan geeft dat stiekem toch een adrenalinestoot. 
Misschien omdat ik me dan sterk voel, omdat ik dan het gevoel krijg dat ik het onmogelijk kan. Willen we dat gevoel allemaal niet?
Misschien is dat ook iets waar ik het moeilijk mee heb. Enerzijds hou ik van het gevoel het onmogelijke te kunnen, maar anderzijds praat ik daar ook niet graag over, want ik wil niet het idee geven dat ik me beter wil voelen dan anderen. Het is ook niet gericht op anderen. Het is voornamelijk gericht op mezelf. Ik wil aan mezelf tonen dat ik tot veel in staat ben. Ik leef ook gewoon op van mijn perfectionistische chaos. Ik hou ervan dat ik zoveel gedachtesprongen heb, dat ik zoveel interesses heb en hier allemaal mee bezig wil zijn.

Het is een haat-liefde relatie, want ik hou ook heel veel van rust en ontspanning. Het geeft me energie en het haalt me helemaal naar beneden. Het is men redding en men ondergang.
Ik hou er misschien ook wel heel veel van om te schommelen tussen extremen.
Het geeft me energie op oppervlakkig van het ene naar het andere te springen, maar tegelijkertijd wil ik me in alles ook onderdompelen en verdiepen.
Dat kan zo raar en vermoeiend overkomen, zeker naar de buitenwereld toe. Maar ik hou er ergens wel van. Ik hou misschien niet altijd van hoeveel het van me vraagt en ik moet er ook echt meer een weg in vinden in tijden van extreme drukte zoals nu.
Hoe vind je daar balans in? Hoe geef je extremen ruimte in een balans? Misschien ligt daar meer mijn uitdaging? 

Voor mij is het moeilijk om sommige van deze zaken toe te geven. Dus ik vraag me af hoe dat met de rest van de wereld zit. Ik ben ongetwijfeld niet de enige die lekker complex ineen kan zitten. Toch?
Laat gerust van jullie horen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten