zaterdag 19 november 2016

verbondenheid in kwetsbaarheid

Kwetsbaarheid. Ik stel mezelf soms de vraag wanneer ik eigenlijk echt kwetsbaar ben. Als je in de hulpverlening zit, zeker als student, dan word je zo vaak met je eigen gevoeligheden geconfronteerd dat het een vanzelfsprekendheid wordt. Sommige dingen zijn zo genormaliseerd dat ze niet meer gevoelig te noemen zijn. Maar door het continu in contact komen met een dynamiek van pijn, verdriet en kracht worden al snel nieuwe stukken of nieuwe lagen geraakt. Zo ben je constant in verandering.  
In een maatschappij waar kwetsbaarheid niet wenselijk is, is dat een hele oriëntatie. Kwetsbaar zijn betekent moeten kijken naar stukken in jezelf. Kijken naar jezelf betekent stilstaan. Maar wanneer mag je stilstaan? Angst, woede en verdriet zijn emoties waar we schrik van hebben. We nemen liever een pilletje dan het te moeten voelen. Of erger nog, we geven liever een pilletje dan dat we iemand zijn kwetsbaarheid moeten opvangen. 
Als iemand is gestorven of een trauma heeft meegemaakt mijden we het om erover te praten, we willen geen oude wonden openrijten. Maar de wonden zijn er wel. En ze worden vaak niet verzorgd. Ze ontsteken. En zelfs dat negeren we. 
Het is zo vanzelfsprekend, dat ik me vaak schuldig voelde, wanneer ik geconfronteerd werd met pijn en verdriet. Veel mensen herkennen vast dat je soms gewoon in het ritme leeft. Je doet wat je moet doen, je gaat werken, je komt je sociale verplichtingen na, lacht vriendelijk en tegen dat je thuiskomt is het goed geweest en wil je gewoon in bed kruipen. Ik heb de periodes dat ik op automatische piloot leef, tot iets me raakt en ik de confrontatie voel met mijn eigen stukken. Tot mijn lichaam me smeekt om te luisteren. Als er iets is dat ik heb geleerd, is het dat dat de momenten zijn dat ik moet luisteren naar mijn lichaam. Dat ik het moet toelaten. Zelfs al zijn het niet de leukste emoties, het voelt als thuiskomen. Het voelt alsof ik na een periode van automatiek, terug in contact sta met mezelf. Ik ben verbonden, ik communiceer. Mijn lichaam praat en mijn geest luistert. Ik leer mezelf een beetje beter kennen. Uiteindelijk ben ik ook niet meer bang om geconfronteerd te worden met de pijn uit men verleden, om men gevoeligheden te raken. Want ik weet dat door het toe te laten, ik weer dichter bij mezelf kan komen. 
Nu ik stage loop in een therapeutische gemeenschap, zie ik trouwens nog veel mooiere dingen ontstaan. Door zo veel tijd te spenderen bij mensen die continu 'gedwongen' worden om bij hun gevoelens stil te staan, samen, zie ik de meest fantastische dingen gebeuren.
Mensen die zo veel kwaadheid hebben en uitspreken, die zoveel angst, pijn, schaamte en vernedering kennen, en uitspreken, laten de diepste, vuilste, meest pijnlijke kanten van zichzelf zien aan elkaar. En in die kwetsbaarheid ontstaat een verbondenheid die je in het dagelijks leven bijna onmogelijk kan bereiken. In een omgeving waar je niet kan weglopen van elkaar, brengt kwaadheid mensen dichter bij elkaar. Je bent niet ziek omdat je je gevoelens toelaat en deelt. Nee, dat is net genezen. Samen genezen. 
Machtsspelletjes zijn niet mogelijk wanneer je leeft volgens onvoorwaardelijke eerlijkheid. Wanneer we leren om te stoppen met bang zijn voor onze kwetsbaarheid, nemen we terug heel veel controle in handen. Door het laten zakken van onze muren, hebben we geen muren meer om tegen te vechten. Enkel wie we zijn blijft over. Enkel een open ruimte voor eerlijke, oprechte dialoog. Daar zijn geen wapens tegen. We kunnen nog gekwetst worden, maar we hebben onszelf dan de handvaten gegeven om deze kwetsbaarheid te gebruiken om dichter bij onszelf te komen. En om dichter bij anderen te komen.
Het beste wapen tegen haat en macht, is zelf kwetsbaar durven zijn. Het lef hebben om geen spelletjes te spelen en de wonde open en bloot op tafel te leggen. Zonder angst. Met het vertrouwen dat elke wonde geheeld kan worden. En misschien, heel misschien, inspireert die moed, om samen naar een wonde te kijken, en te communiceren vanuit verbondenheid. 


dinsdag 15 november 2016

Na de leegte...




Ik voel hun aanwezigheid. In mij. In elke cel van mijn lichaam. Alsof ze nog steeds bij me zijn. Ik voel hun adem op mijn nek. Ik voel hun handen op mijn borstkas. Op mijn lijf. Ik wil ademen, maar ik kan het niet. Het vraagt te veel van mij. Ik bevries. Want ik ben bang voor wat er kan gebeuren als ik beweeg.
Ik wil wenen. Al dagen. Ik voel dat mijn lichaam het uit haar systeem wil gooien. Maar het blokkeert. Het blokkeert, want ik mag niet bewegen. Stilletjes wachten tot het over is. Dat is het veiligst. Laten gebeuren. Laten overkomen.
Ik kan niet eens kwaad zijn. Echt niet. Gewoon, bang. Vaak niet, maar nu weer even wel.
Machteloosheid… ik kan er niet tegen. En toch voel ik me zo zwak, net als toen… Alsof ik ook nu, nog steeds niets zou kunnen doen. De moed zinkt weg. Heeft het allemaal wel nut gehad? Al dat vechten, dat ‘sterker worden’? Diep vanbinnen ben ik nog altijd dat kleine, bange meisje. Weerloos.
Mijn lichaam verlangt terug naar het leegzijn. Zo een diep verlangen om mezelf terug te reduceren naar de lege plant die ik ooit was. De leegte was een veilige haven. Een thuis. Waar zij nooit binnen konden. Waar niemand ooit binnen kon. Alleen ik. En een oneindigheid van leegte. Een grote witte ruimte, met grote vierkante witte tegels. Daar kon ik even gaan zitten als ik moest vluchten.
De pijn en de kwetsbaarheid bleven achter in die grote waas van realiteit. Mijn kleren bleven aan, enkel mijn identiteit werd ontdaan. Maar dat was een prijs die ik wou betalen. De last van mijn identiteit was toch te zwaar om te dragen. Ze mochten hem hebben. Ze mochten hem houden!
Angst was mijn nieuwe identiteit. Angst en leegte. Die hielden me veilig. Mijn persoonlijkheid was zwak. Die kon mij niet beschermen. Ik kon hem mij niet permitteren.
Angst vervaagde en leegte overspoelde. De grote witte tegels vervaagden naar een allesomvattende nietsheid. Met in de verte de onomkeerbaarheid. Een onomkeerbaarheid die stilletjesaan alles opslokte wat ooit zou kunnen zijn.
Ik zag hem dichterbij komen en alles meenemen wat ooit dierbaar had kunnen zijn.
Heel dankbaar moest ik afscheid nemen. Mijn leegte verlaten, voor ik niets meer had. Terug naar de grote boze wereld, niet wetende wat me daar te wachten stond.
Overleven zonder leegte. Enkel nog angst. Hier en daar een stukje identiteit terug bijéénsprokkelen. Zij waren weg. Al de geesten van het verleden. Ver weg, maar men lichaam kende ze nog. En voelde ze nog overal.
Er waren er meer van hen. Met andere manieren, maar ze deden hetzelfde. De kern van mijn identiteit verstoten. Verbranden.
Het verlangen naar mijn leegte was groot. Maar ik vocht.
De leegte is ingewisseld voor een realiteit waar men identiteit sterk genoeg is om me veilig te houden. Waar de restanten angst kunnen schuilen in de kracht van vertrouwen. En waar het pad van overleven vruchtbare grond is geworden waar bomen groeien, die zuurstof geven. Waar fruitbomen groeien die energie kunnen geven en waar er tussen de netels ook weer bloemetjes staan.
Maar in de realiteit moet je alles erbij nemen. Ze kan me niet afdekken voor hun adem, die ik soms terug in mijn nek voel. Die blijft soms nog een paar dagen bij me.
Soms is die adem er uit het niets, weet ik niet goed waarom. Soms komt ie als ik me kwetsbaar voel, zoals ik me toen voelde. Als ik van iemand hou en ik bang wordt dat die dezelfde macht over me kan hebben als zij hadden. Bang dat ik machteloos word. Soms is het denk ik gewoon een herinnering van mijn lichaam, om te zorgen dat ik tijdig de tijd neem om te voelen hoe het nu echt met me gaat, om te zorgen dat ik wegblijf van die leegte.
Soms komt hun adem terug wat dieper binnen. Dan begin ik weer te bevriezen. Dan voel ik de pijn die ik achterliet toen ik in mijn leegte vluchtte. Omdat ik nu kies om uit mijn leegte te blijven. Toen moest ik, ik had geen keuze. Ik had nooit overleefd zonder mijn leegte. Maar nu zou ik mijn lichaam onrecht aandoen, door niet te luisteren naar wat het toen heeft moeten meemaken. Net zoals mensen regelmatig moeten blijven kunnen praten over hun angst en pijn, heeft mijn lichaam ook nog het één en ander te vertellen, voor het alles kan verwerken.
En ik luister. Zonder oordeel. Ik luister naar mijn lichaam en laat het haar pijn tonen. Daarna doen we terug leuke dingen samen, tot ze er weer eens nood aan heeft om gehoord te worden.
Dan mag het even bevriezen, even bang zijn, even stoppen met ademen. Want ik zal zorgen dat ze veilig blijft, ook in haar kwetsbaarste momenten.
Hun adem kan ons niets meer maken.

dinsdag 12 april 2016

en wat met het verleden?

Hoe vaak hoor je het niet. Laat het verleden in het verleden. Denk er niet meer aan. We zwijgen erover.
Begrijpelijk. Want we worden niet graag geconfronteerd met negativiteit. We hebben schrik dat wanneer we iemand met het verleden confronteren, we dingen bovenhalen die maar beter verborgen blijven.
En toch...
Ik ben zeker de laatste om te zeggen dat we eeuwig moeten treuren om ons verleden. Maar ons verleden zit in ons. Het zit in onze cellen. Echt zelfs, want hoe we op situaties reageren, wordt opgeslagen in ons celgeheugen en in ons spiergeheugen. ;) Het bepaald vaak hoe we reageren in situaties en hoe we ons voelen.
Maar we vergeten vaak ook iets belangrijks. Bij ons verleden hoort niet enkel de slechte gebeurtenissen of de foute keuzes. Het omvat ook onze kracht. Hoe we zijn omgegaan met de pijn en het verdriet. Hoe we hebben geleerd. Als we ons verleden begraven, begraven we een groot deel van onszelf. Ook onze wijsheid en onze kracht.
Onvermijdelijk zit het in ons, in onze gedachten. Soms blokkeert het ons en soms geeft het ons vertrouwen.
Als ik naar mezelf kijk, moet ik zeker toegeven dat men verleden me vaak nog bang maakt. Maar langs de andere kant, geeft mijn verleden me ook het vertrouwen dat ik met die angst overweg kan. En dat zelfs wanneer mijn angsten realiteit zouden worden, ik het aan kan.

We hebben angst dat het verleden ons confronteert met onze zwakheden. Maar héé, zo leren we onszelf ook kennen. En onze tekortkomingen op een moment, definiëren ons niet. Want elke seconde zijn we een beetje aan het sterven en een beetje aan het vernieuwen. Kijk maar naar onze cellen. Constant zijn er cellen aan het afsterven en constant komen er nieuwe bij.
We zijn bijna niet meer te herkennen van de baby die we ooit waren. We zijn ook niet meer dezelfde van toen. Maar toch, toch zijn we nog ons. Toch moet er iets van die baby zijn overgebleven, anders zouden we niet meer ons zijn, maar gewoon iets nieuws dat niets meer te maken heeft met die baby.
 Laat ons dat vooral blijven vasthouden en koesteren. Want zonder dat, wie zijn we dan nog?
Als al onze ervaringen, tekortkomingen en krachten wegvallen, wie zijn we dan nog?

Praten over ons verleden zorgt juist dat dingen blijven stromen. Het geeft ons de kans om te helen, maar ook om te groeien. Om de inzichten van toen te helpen evolueren naar iets dat past bij de evolutie die we zelf hebben ondergaan. Want elke moment zijn we anders dan ervoor. Ik heb nu dingen gezegd en gedacht die ik 10 seconden geleden nog niet gezegd en gedacht heb. Dus ik ben sinds dan al een klein beetje anders. Over verloop van tijd ben ik (gelukkig ;)) heel erg veranderd. Maar het verleden dat in ons zit, moet ook de kans krijgen om te kunnen bijbenen met de nieuwe versies van onszelf die continu in de maak zijn. Als we het wegsteken, blijft het een blokkade die daar maar ergens zit en vroeg of laat wel is serieus op een rem zal duwen. Maar door het te blijven betrekken bij wie we nu zijn en kunnen en willen worden, krijgt het verleden een plaats die van waarde kan zijn. Die ons kan helpen groeien.

En ja, daar zullen emoties gepaard bij gaan. Maar welke idioot heeft bedacht dat het niet oke is om verdrietig of bang te zijn? Wenen is vaak beter dan niet wenen, want het geeft bestaansrecht aan ons gevoel. Het geeft bestaansrecht aan wat is geweest en geeft ons de kans om er afscheid van te nemen en het een plaats te geven. En het is normaal dat dingen blijven terugkomen. Want niet alleen wij, maar ook de wereld is constant in verandering. En dat betekent dat we continu opnieuw moeten leren balanceren. Wat ook betekent dat we regelmatig opnieuw leren confronteren. Maar als we de uitdaging aangaan om te durven balanceren tussen alle delen van wie we zijn, geweest zijn, kunnen zijn en de aspecten van deze wereld, dan zal het ook steeds makkelijker zijn om die balans te vinden en kunnen we spelen met alle nieuwe invloeden die we continu krijgen aangeboden. En kunnen we ze toevoegen aan wie ze zijn.
Het leven is een continuüm van rouwprocessen en herboren worden.
Het is continu loslaten en herontdekken. Terwijl de rugzak die we meedragen ons de wijsheid en tools geeft om deze tocht te doorlopen. En geeft de pijn en het verdriet dat we soms voelen ons de kans ons rugzakje af en toe wat lichter te maken.

woensdag 30 maart 2016

gekleurd

 
 
 
 
De wereld rondom ons is een gigantisch kleurboek. Buiten 50 tinten grijs, hebben we nog honderden andere kleuren die ons omringen, inspireren, emotioneren en misschien wel vormen. Het prachtige is dat we allemaal de kleur groen kunnen zien, maar hoe we deze zien, beleven, interpreteren, is uniek voor iedereen. Ik zal nooit kunnen ervaren wat groen voor iemand anders betekent. We kijken allemaal naar hetzelfde grote kleurboek en zien allemaal iets anders.
We groeien op met verschillende brillen. Brillen waar we mee naar de wereld kijken. Verschillende ervaringen,... zorgen ervoor dat we deze brillen met ons mee dragen. En door elke bril zie je de wereld/het leven anders. De kleuren die we meedragen uit ons verleden, vormen mee de kleuren die we zien. Een palet van kleuren dat we kunnen mengen met wat reeds in ons zit. De manier waarop we met dingen omgaan, geeft ons de kans om deze kleuren te mengen tot unieke combinaties.
Maar dit gezegd zijnde, brengt het ons wel bij een ander probleem, want als we allemaal andere kleuren zien, of misschien allemaal een andere wereld zien, is wat we zien dan wel te betrouwen? Wat van dat alles is dan echt? En wat is en interpretatie of misleiding van onze geest?
Dingen die we allemaal anders ervaren, bestaan ze eigenlijk wel, of zijn ze slechts een projectie van onze verinnerlijking?
Of als alles effectief bestaat, maar we zien er allemaal een andere kleur, wat is dan echt?
We staan zo verschillend in het leven in een wereld die non stop veranderd. We dragen dingen mee die ons visies geven op de realiteit. En onze visies kunnen zo ver uit één liggen, dat we soms precies allemaal in een andere realiteit zitten. Terwijl we allemaal geconfronteerd worden met wat voor ons ligt, en moeten overeen komen met wat nu eigenlijk realiteit is.
In psychologie spreken we vaak van 'jouw waarheid' en gaan we ervan uit dat er verschillende waarheden mogelijk zijn. Want jouw versie kan wel verschillen van de ander zijn versie, dus we laten ieder in zijn waarheid en gaan ervanuit dat de consensus van de waarheden wel ergens in het midden zal liggen. Maar als het concept waarheid zo flexibel is, kunnen we dan nog wel van waarheid spreken? 
Descartes zocht de waarheid, de realiteit door alles wat hij wist af te breken tot het punt dat niets meer overbleef. Het enige waar hij zeker van was, was dat hij erover nadacht. "Je pense donc je suis..." klinkt alvast niet onbekend in de oren. Maar dit volgend, is het enige waar we zeker van kunnen zijn dat we zelf nadenken over onze waarheid, wat ons weer niets verteld over deze van een ander. Alleen wat wij ervaren, niet wat er al dan niet echt is, is iets waar we zeker van kunnen zijn.
Wanneer is een waarheid dan een waarheid?
Want als alles wat ik als waarheid interpreteer waarheid is, verliest het woord dan niet zijn waarde?
Als we elk in onze eigen realiteit mogen wonen en deze realiteit mogen noemen, verliest het woord dan niet zijn waarde? Vormen we dan geen individuele eilanden die uit elkaar staan en telkens verder gaan staan wanneer onze waarheden en realiteiten niet overeenkomen?
Hier ben ik alvast dankbaar voor de theorie van Nietzsche, waarin hij er ons op wijst dat de betekenis  van waarden en normen vaak slechts woorden zijn, afkomstig uit een verre taal. Woorden die van hun moment van oorsprong tot nu ver vervormd zijn in hun betekenis. Dus wat betekent het eigenlijk nog?
Wat betekent de waarde realiteit waar we zo'n belang aan hechten? Hoe ver gaat de nood tot een consensus over wat al dan niet is en kan zijn?
Als deze norm vervaagt, komen we dan dichter of verder van elkaar te staan? Is er dan meer ruimte tot groei en kunnen we in elkaar en door elkaar groeien, of gaan onze kleine eilanden nog verder uit elkaar drijven?
Of moeten we zoeken naar nieuwe consenten die meer plaats laten voor een individuele invulling?
Zijn het niet de verschillen in de consenten die ons inspireren? De vraag is alleen of we deze verschillen in elkaar kunnen accepteren.
Hoever mogen we eigenlijk verschillen om nog een mogelijke consensus over te laten?
Ik vergelijk het een beetje met kleurende kinderen. Ze zullen dezelfde tekening allemaal anders inkleuren, maar ze moeten wel kiezen uit hetzelfde palet kleurtjes. Het is een begrenzing van hun individuele realiteit.
Meestal zijn we het erover eens dat individualiteit begrenst moet zijn om te kunnen groeien en om te kunnen passen in een samenleven. Want hoe sterk onze individualiteit ook kan bloeien, we hebben als soort elkaar nu eenmaal nodig om te overleven. Dus moeten we ook voor elkaar zorgen, wat onze individualiteit begrenst.
Soms kan de grens ons ook de ondersteuning of zekerheid bieden die we nodig hebben om onze inspiratie te laten werken, zoals een kind dat pas vol overgave kan spelen als het weet dat mama aan de kant staat te waken. En soms moeten we juist de grenzen kunnen overschrijden om onze grootste kracht te laten zien. Maar daarmee beschadigen we misschien de realiteit van iemand anders. Daarmee vergeten we misschien om de kleuren van iemand anders te respecteren. Maar dat is dan weer het dilemma dat al eeuwen lang speelt en waar we eeuwig in zullen balanceren.
 
Belangrijk is, voor mij, dat we kunnen stilstaan bij de manier waarop we naar de wereld, naar situaties en realiteiten kijken. Dat we af en toe eens kunnen bedenken dat alles wat we ervaren, slechts een stukje van de gigantische realiteit zou kunnen zijn en dat deze misschien niet alles omvangend is voor wat er is. Dat, door een andere bril, dezelfde realiteit er toch heel anders uit kan zien. Niet dat wat wij zien minder waardig is of er niet mag zijn. Neen, maar dat wanneer we vastzitten, we misschien af en toe troost kunnen vinden in het gedacht dat wat we ervaren niet persé deterministisch is. Ook al kunnen we het niet onmiddelijk zien.
Het is net prachtig dat we allemaal met verschillende brillen rondlopen en misschien zelfs op verschillende momenten andere brillen opzetten. Laat ons vooral plaats laten voor de kleuren die we meedragen. Maar laat ons ook openstaan om ons kleurenpalet te verruimen, zeker wanneer het palet dat we hebben niet meer de voldoening kan geven die we zoeken.
Ergens in de wereld is er een andere kant. De wereld, het leven, de realiteit...Alles is continu in verandering. Niets staat stil. Hoe eng dat soms kan zijn, laat ons daar ook kracht uit putten. Kracht om nieuwe kleuren te ontdekken en onszelf te overtreffen. Een diepe zwarte put, kan ook een canvas zijn dat wacht op een nieuw kleurtje...  Een vergeetput en een wensput zien er vanbinnen hetzelfde uit. ;)
 

woensdag 10 februari 2016

Ritme

Weten jullie wat ik fantastisch interessant vind? De rendieren in Lapland! Traditioneel gezien trekken de Saami (het Laplandvolk) jaarlijks rond met hun rendieren. Of eerder omgekeerd. De rendieren trekken rond met hen. Want de kudde bepaald alles. Wanneer zij besluiten om te lopen, lopen de Saami mee. Wanneer zij besluiten om te rusten, gaan de Saami rusten. Mooi toch eigenlijk?
Als je dit vergelijkt met de opgejaagde slachtvarkens hier, zie je daar een kudde die met geduld en respect behandeld wordt.
Net als bij dansen, laat je de wereld los, alle argumenten om nu dit of dat te doen verdwijnen. Ze kunnen alleen maar stilstaan en aanvoelen... En wachten tot ze een signaal krijgen.
Het tempo van de rest van de wereld maakt helemaal niets meer uit, dit is hun tempo.

Is het niet mooi om dat te kunnen zoeken in relaties thuis? En ik bedoel relaties hierbij in de breedste betekenis. De relaties met je naasten, de relatie op het podium, op de dansvloer, de relatie met een team, de relatie met jezelf...
Elkaar aanvoelen en de bewegingen en signalen die er zijn, er laten zijn, op de manier dat ze er zijn, op het tempo dat ze er zijn. En hierin rustig meegaan. Soms wat sneller, soms wat trager, op een eigen ritme.
Aangezien we in deze maatschappij veel individualistischer en sneller dan ooit zijn en moeten zijn, zijn we ons gevoel voor ritme een beetje kwijt. Ons gevoel om te dansen. ;) Samen te dansen. We zijn zo druk bezig met te voldoen aan de druk en de verwachtingen, dat we helemaal niet meer kunnen aanvoelen welk ritme, welk tempo de mensen rond ons aangeven. Erger nog, welk tempo ons eigen lichaam aangeeft.

Af en toe word je eens gedwongen stil te staan. Bij mezelf ervaar ik dit bijvoorbeeld al in toneel, wanneer je op een podium staat, moet je je ritmes op elkaar afstemmen. Of je bent naast elkaar elk een eigen verhaal aan het spelen, waarin alle samenhang verloren gaat. Hoe dichter je bij elkaar staat, hoe dichter je elkaar aanvoelt, hoe echter en sterke je verhaal wordt. Het is zelfs helemaal prachtig als je niet meer kan vertellen wie wanneer aan het leiden is. Als je niet meer kan zeggen welk idee van wie komt. Want dan komt het uit jullie gezamelijke verbondenheid. Dan zit je samen in een ritme waarin beide impulsen en signalen pas echt versmelten tot één geheel.
Misschien klinkt dit wat overromantisch en zweverig, maar vraag maar eens rond, dat is toneel mensen, dat is impro! Ik las net nog in het magazine 'open doek' dat theater even stilstaan is. Dit is niet enkel voor de personen in het publiek, maar ook voor de acteurs on stage.
Eveneens ervaar ik het in coaching/therapeutische gesprekken. Als therapeut kan je willen wat je wil, als je cliënt niet mee is ben je er niets mee. Je moet stilstaan, aanwezig zijn en kunnen voelen welk tempo je cliënt aangeeft. Als je in je hoofd te snel gaat en daardoor niet echt aanwezig bent, verlies je je cliënt.
Tijdens men studies psychodramatherapie, waarin je met twee therapeuten vaak een team vormt (director and co-director) was de tango tussen de twee één van de allerbelangrijkste onderwerpen. Omdat hun verbondenheid een heel sterk opvangnet kan creëren voor de protagonist.

Ook met onszelf, we willen zo snel vooruit gaan en groeien (ik ben hier het sprekende voorbeeld van. :p) maar staan we nog bij onszelf? Staan we nog in verbinding met ons lichaam, met onze gevoelens? Want kunnen we een ritme volgen met een ander als we ons eigen ritme kwijt zijn?

We zijn ook zo ongelooflijk veelzijdig. We hebben zo veel talenten. En het is vaak moeilijk om deze allemaal te ontwikkelen. Om daarbij nog eens tijd te hebben om stil te staan, bij onszelf en bij onze relaties... Wat een opdracht... De uitdaging van deze eeuw misschien? Hoe meer we verzinnen om tijd te besparen, hoe minder we er hebben.
Dus misschien is deze blog een uitnodiging om eens te kijken of jij in je ritme zit, en hoe je dat voor jou kan vinden en onderhouden?

maandag 1 februari 2016

vertrouwen

Tijdens een discussie over vertrouwen, hoorde ik iemand zeggen "Vertrouwen moet je verdienen... awel, da s bullshit! vertrouwen geeft ge gewoon!"
En daar moest ik toch even over nadenken. Want als ik eerlijk naar mezelf kijk, ben ik toch ook altijd wat aan het screenen of mensen mijn vertrouwen wel waard zijn...
Maar bij impro heb je gewoon geen keuze. Als je je medespelers niet vertrouwt weet je zo al dat het op niets gaat trekken. Want zonder vertrouwen, kan je nooit al je eigenheid en capaciteiten tonen. Kan je nooit dicht genoeg bij jezelf komen. Dan durf je geen risico's te nemen, en deze risico's maken net de mooiste, grappigste,... momenten.
En ik vond dat ze zeker een goed punt had. Want als iemand je vertrouwen moet verdienen, is dat dan nog wel vertrouwen?
Op een podium, moet je je wel overgeven aan je medespelers. Eigenlijk heb je daar automatisch al het idee 'ik doe maar iets en ze komen wel helpen.' Soms loopt het mis en dan sta je daar. Wat dan?
Awel, dan vertrouw je gewoon opnieuw. Zo simpel is dat eigenlijk.
Ik laat ook wel eens een steek vallen als een medespeler mij nodig heeft. Maar dan probeer ik het gewoon opnieuw de volgende keer.

Vertrouwen hebben in een ander, is eigenlijk nog veel meer vertrouwen hebben in jezelf. Want als je erop vertrouwt dat je jezelf kan opvangen wanneer vertrouwen breekt, dan is het geen wereldramp als er eens iets misloopt.
Ik pleit hier niet voor het blindelings vertrouwen van gelijk wie dat je tegenkomt. Maar misschien is het niet zo zot, om bij een gevoel van verbondenheid, dat gevoel te volgen.
We laten allemaal wel eens een steek vallen, waarmee iemand anders zijn vertrouwen een deuk krijgt. Betekent dat dat we geen vertrouwen meer waard zijn? We zijn nu eenmaal geen perfecte wezens en anderen zijn dat ook niet.
Ik denk dat hierin onze eigenheid een belangrijke rol speelt. Als we vertrouwen geven, vanuit de kern van ons zijn, vanuit onze authenticiteit, dan kunnen we in het vertrouwen dat we geven nog steeds dicht bij onszelf blijven staan. Dan past het vertrouwen dat we geven bij de persoon die we zijn.
Tuurlijk kan dat ook mislopen, maar zo verliezen we onszelf tenminste niet. Als we dan beslissen om te vertrouwen of niet, is dat geen beslissing genomen uit angst. Maar uit onze eigen oprechtheid.

En ik hoor hier al een hele bende 'ja maar...' verwijten naar mijn kop vliegen...  Trust me, ik voel hier en daar toch ook een serieus stuk weerstand. Ik zal er mij ook niet altijd in kunnen vinden. Maar ik wil het zeker en vast wel meenemen naar mijn huidige relaties en contacten. Want de mensen in mijn huidig leven, hoeven niet het slachtoffer te zijn van mijn verleden ervaringen en fouten. Want als ik eerlijk ben, zijn mijn gebreken in vertrouwen meestal niet te wijten aan de persoon die ik niet vertrouw, maar aan mensen uit het verleden. En als ik met argusogen ga kijken en wachten tot ze een fout maken om dan te kunnen zeggen 'ziede wel!' dat is niet fair.
Dus, toch iets dat ik ga meenemen. ;)

Dankbaar


We stonden in een kring. Allemaal samen. Op een improles. "Vertel allemaal eens om de beurt waarom jullie impro spelen."
Toen ik ieder zijn verhaal hoorde vertellen, werd ik overladen door een gevoel van dankbaarheid, ontroering en verbondenheid. En trots. Trots op de mensen die rond mij stonden. Want elk van heb had al een prachtig parcours afgelegd. Een moedige weg.
Een paar van deze mensen kennen me al van het begin van mijn improleven. Zij kenden eerst de Silke die dood onzeker was. Die ongelukkig en depressief was. En best wel bang voor menselijk contact. Die veel passies had die wel wouden komen kijken, maar er toch niet helemaal door durfden komen.
De Silke die dringend wat impro-magic in haar leven nodig had.
Ik ben zo dankbaar dat ze deze weg met mij hebben afgelegd. Dat ze me hebben geïnspireerd. Dat ze mij een veilige, warme omgeving hebben gegeven, zodat ik de Silke kon ontdekken die kon houden van het leven. Die terug kon genieten. Vanuit haar eigenheid en spontaniteit. Die niet meer geleid werd door angsten.
Dat is één van de mooie dingen aan impro, je maakt een reis die je nooit alleen moet maken. In een wereld waar vertrouwen en acceptatie centraal staan. Hier heb ik het vertrouwen dat ik vroeger mistte, toch nog kunnen opbouwen en projecteren op mijn eigen leefwereld. Het is veilig, veilig om niet perfect te zijn, want ook mijn imperfecties worden gevolgd en opgevangen.

Dus bedankt aan alle mensen die me hebben aangemoedigd, geïnspireerd, getraind,... hebben op deze prachtige reis.

zondag 31 januari 2016

voorstellen

Inspiratie. Dat is het thema dat me dit jaar bezighoudt. Inspiratie kan me helemaal van men stuk brengen, bezig houden,... Inspiratie geeft kleur aan men leven, daagt me uit om verder te denken en verder te gaan. Daarom wil ik mijn reis doorheen de mooie wereld van inspiratie delen. Want onze zoektocht naar inspiratie wordt vaak tegengehouden door angst, vermoeidheid,...
Aangezien improvisatietheater centraal staat in mijn leven en helemaal draait rond inspiratie vinden, zullen ervaringen uit deze leefwereld een grote invloed hebben op deze blog.
Daarnaast zullen veel thema's aan bod komen uit men opleiding gezinswetenschappen, gezien deze me regelmatig aan het denken zetten. ;)
Hopelijk kunnen jullie ook af en toe een 'that's it!' momentje vinden, waar jullie op jullie beurt ook inspiratie kunnen vinden en verderzaaien.