maandag 27 februari 2017

Ik kan toch moeilijk iedereen zijn schatje zijn?

In relatie staan met anderen, is in confrontatie gaan met jezelf. Wanneer je duurzame relaties wil opbouwen met de mensen om je heen, met een levenspartner, of nog erger... met jezelf, dan is het onvermijdelijk om met kanten van jezelf geconfronteerd te worden die je anders wat vlotter kon overziet.
Zo kom ik mezelf vaak tegen!
Wat de laatste tijd misschien wel centraal staat, is dat het mij zo zwaar valt om hulp te vragen.. Op dagen als vandaag besef ik hoe dat komt (mijn zelfstandige opvoeding buiten beschouwing gelaten). 
Zoals de gemiddelde mens het ondervindt, is er op maandag vaak het langgevreesde moment waar je het comfort van thuis moet verlaten. Na nog geen twee stappen buiten te hebben gezet, werd ik door mijn gepensioneerde buurman begroet als 'schatje'. Ik krimp ineen wanneer ik dit kleinerend woord zo dicht bij de veiligheid van mijn thuis voel. Dat ene woordje reduceert me tot een hulpeloos klein schatje. Ondersteund door de houding van mijn buurman die me altijd al klein heeft doen voelen. Hoe reageer je daarop? Niets zeggen is altijd het eenvoudigste. Ook ik heb me er opnieuw schuldig aan gemaakt. Gooi er weer het zoveelste 'juffrouwke' bij, later op de dag en nog zo'n typische Genkske 'meisje' en het is weer even genoeg geweest voor vandaag. Je mag er niet te fel op reageren., want dan stel je je aan. Maar als je de som maakt na een maand, denk ik dat menig vrouwen wel aan een opvallend cijfer komen. Tel daar de 'complimenten' voor mijn borsten en kont bij, en we mogen niet klagen over een aandachtstekort? Hoewel ik blij ben te horen dat mijn borsten de maatschappij dienen, krijg ik het zo nu en dan toch op mijn zenuwen.
Maar ik wil niet de kwade feministe uithangen. Ik wil vooral weten waarom ik, wanneer ik de kans heb om te reageren, toch vlucht in het kijken naar de grond en doorlopen. De meeste die me kennen zijn overtuigd van mijn verbale capaciteiten en zullen het dus raar vinden dat ik me laat doen door een simpel "schatje" of "juffrouwke". 
Enerzijds is het gewoon pure lafheid. Puur vermijdingsgedrag. En waarom? Eerlijk? Omdat ik bang ben om voor feministische dramaqueen door te gaan. Alsof ik in fout ben wanneer ik reageer op iemand die me ongemakkelijk en klein doet voelen. Of het 'ze bedoelen het waarschijnlijk goed'- idee. Waarom kan ik dan niet in alle kalmte even zeggen dat ik zo'n opmerking niet leuk vind en liever gecomplimenteerd wordt op uitstraling of verwezenlijkingen? Waarom niet? Misschien is dat gewoon een stuk moed en zelfrespect dat nog ontwikkeld moet worden?
Maar de voornaamste reden dat ik dit blogbericht schrijf, is om het voorval met mijn buurman te analyseren. Want daar zit meer achter. Toen hij me 'schatje' noemde en ik wou reageren, dacht ik in de eerste instantie aan de hulp die hij me af en toe heeft geboden. Omdat hij me af en toe heeft geholpen, voelde ik me verplicht om zijn opmerking te ondergaan. Terwijl ik eigenlijk niet eens om zijn hulp heb gevraagd. Hij heeft altijd spontaan hulp aangeboden of is spontaan dingen beginnen doen zonder het eerst aan te geven. Op mijn stageplaats spraken ze van negatieve contracten, waarvan ik op momenten als deze heel goed begrijp wat ze inhouden. Voor wat hoort wat... iemand doet iets voor jou en je hebt een negatief contract, je hebt een oningevulde verplichting tegenover die persoon. Dit vind ik opmerkelijk, omdat ik opeens besefte dat dit heel dicht aansloot bij de gevoelens die bovenkomen wanneer ik denk aan hulp vragen. Hulp vragen duwt me in bepaalde situaties in een negatief contract, waarbij ik het, naar mijn gevoel of misschien soms zelfs naar maatschappelijk gevoel, moreel verplicht ben me te laten reduceren tot een minderheid. Tot een schuldbekentenis. Waardoor net te veel van me geëist kan worden. Voor velen klinkt dit misschien overdreven, maar denk er maar eens over na. Hoe vaak heb je je al schuldig gevoeld om iets te zeggen of te doen, met de reactie van "ja,maar, die heeft dat voor mij gedaan, dan kan ik dit toch niet doen?"
En hiermee sluit ik de mannen niet uit met men feministisch gezwengel, want ook zij geraken makkelijk verstrikt in deze negatieve contacten. 
Ik merk dat dit echt overeenkomt met mijn blokkade om hulp te vragen. Hier is geen pleidooi om massaal allemaal onze plan te trekken, maar om bewust om te gaan met hulp geven en hulp vragen en dat we best mogen beseffen dat we ook op onze strepen mogen staan.
Mijn eerste opdracht is alvast om voldoende vertrouwen te hebben in de mensen dicht bij me, dat ze me helpen omdat ze me willen helpen groeien en ontwikkelen. Zelf probeer ik er ook altijd op te letten dat wanneer ik iemand help, ik dit zonder verwachtingen doe. Want praktisch geen enkele hulp zou mijn autonomie of waardigheid waard mogen zijn. Die heeft niemand op te eisen. Zelfs niet met een 'schatje', 'juffrouwtje' of 'meisje'.
Er hoeft voor mij nu geen heksenjacht gehouden te worden op de 'schatjesmannen'. Het is eerder een oproep aan mezelf. Hier roep ik de mens in mezelf op om hier op te leren en durven reageren. Niet met een buitenproportionele woedeaanval, maar met een kordate correctie. Het lef hebben om te zeggen dat ik mij er niet goed bij voel, ook al kan ik hier enge reacties op krijgen. Als ik er niet in geloof, waarom moeten die mannen er dan in geloven?
Als hulpverlener roep ik mezelf op om hier waakzaam op te zijn. Om, wanneer mogelijk, bij te dragen tot een opvoeding van kinderen en jongeren waar ze zich bewust zijn van de waarde van deze contracten en woorden.

Om volkomen eerlijk te zijn, ben ik heel zenuwachtig op dit bericht te publiceren. Om een reputatie van overdrijven op te bouwen.
Maar als je eens telt hoeveel mensen er hier niet over durven spreken met dezelfde motivatie, dan vind ik het toch de moeite waard.
Heel veel mensen die ik tegenkom in de hulpverlening en in het dagelijkse leven, hebben moeite met hun grenzen aan te geven. Dus hierbij wil ik mijn eigen proces delen.
En misschien moet er ook gewoon iets van gezegd worden, want jah... ik kan toch moeilijk iedereen zijn schatje zijn?

maandag 13 februari 2017

standpunt

In de hulpverlening doen we ons best om de mensen waar we mee werken te helpen om met een veerkrachtige, standvaste basis terug in de maatschappij te staan.
Vele kwetsbare mensen worstelen dagelijks met hun bestaansrecht. Een plaats innemen in deze maatschappij, op deze wereld of soms zelfs gewoon, in hun eigen huis.
Vele slachtoffers van geweldpleging, verwaarlozing, pesterijen,.... geloven zelf niet (meer) dat hun leven iets bijdraagt aan de maatschappij, hun omgeving of aan zichzelf. Ze voelen zich onzichtbaar, alsof hun afwezigheid niet opgemerkt zou worden. En ze hebben het gevoel dat wanneer ze spreken, ze niet gehoord worden. Ze nemen geen ruimte in. Vaak omdat ze geen ruimte durven innemen. Of omdat ze ooit geen ruimte gekregen hebben en dus ook niet geleerd hebben om deze in te vullen. Eerlijk gezegd denk ik zelfs dat mensen die juist heel veel ruimte innemen, overreageren op het gevoel dat er geen ruimte voor hen is.
Dit blogbericht is alles behalve een oplossing of methodiek en is slechts één klein onderdeeltje van een zeer complex geheel. Een klein stukje dat ik wil aanraken.
Het punt dat ik wil maken, begint eigenlijk op mijn stageplaats. Daar werd regelmatig een context gecreëerd waarin bewoners elkaar konden confronteren met gelijk wat eigenlijk. Iets wat hen raakte. Vaak begon dat met een heel warrige uitleg, waarbij je wel een specifieke situatie kreeg, maar een heel onduidelijke uitleg over wat het met hen deed en hoe ze ermee wouden omgaan. Je werd eigenlijk moe of snel afgeleid van ernaar te luisteren, wat vaak gebeurd in de situatie die ik hierboven beschreef. Dat iemand het gevoel heeft niet gehoord te worden wanneer deze een boodschap brengt.
Op dit punt vroeg de therapeut van een standpunt in te nemen. Van een concreet en duidelijk standpunt in te nemen over de situatie, over een houding die men hier in de toekomst naar gaat aannemen. En dan gebeurde het. Wanneer iemand een concreet, duidelijk standpunt formuleerde, straalde dit kracht uit. Iedereen luisterde en nam het serieus. Men wist ook waar men aan toe was. Het leek alsof deze persoon met het innemen van een standpunt, ook een plaats innam, zichtbaar werd.

Ik merkte bij mezelf ook dat, wanneer ik mezelf oplegde een standpunt in te nemen op verschillende levensgebieden, ik me veel sterker in men schoenen voelde staan. Het is heel veilig om te blijven hangen in de schemerzone. Om over dingen te blijven twijfelen en je dan maar in het midden te zetten en te zien wat eruit komt. Wanneer je dan voor iets wil opkomen, probeer je vaak nog de intensiteit van je standpunt te verbloemen of weg te steken, waardoor je boodschap helemaal niet overkomt.
Daarmee moet je niet jaar en dag vasthouden aan dezelfde standpunten, deze opdringen of je afsluiten voor andere standpunten. Maar het innemen van een standpunt kan net een mooie opening naar een verrijkende dialoog zijn. Het innemen van een standpunt maakt je kwetsbaar, want een duidelijk standpunt kan afgebroken worden. Een onduidelijk standpunt, kan moeilijk afgebroken worden, want je kan het niet echt plaatsen. Maar deze kwetsbaarheid leert je heel veel. Het leert je waar je je standpunten op kan bouwen, het leert je hoe je ze kan verrijken,...

Een standpunt innemen gaat niet enkel over een discussie of over een argument, maar ook over je leven. Slachtoffers van geweldpleging hebben bijvoorbeeld de neiging om een gebeurtenis enorm te minimaliseren. Hun lichaam reageert als iemand die vreselijk is aangepakt, terwijl hun geest telkens komt vertellen dat het niet zo erg was, dat ze overdrijven of zelfs dingen fantaseren. Hoewel ze ergens wel weten dat ze dingen hebben ondergaan die niet oke waren, blijven ze sluimeren tussen vertekende denkpatronen, de realiteit van hun lichaam en alles ertussen. Door bijvoorbeeld aangifte te doen, ook al gebeurd er niets mee, geven ze zichzelf een standpunt; Namelijk; er is mij fysiek onrecht aangedaan. Door dit standpunt in te nemen, hebben ze een punt waarvan ze kunnen herstellen. Wat mogelijkheden geeft tot veel specifiekere en concretere herstelmogelijkheden.

Net zoals bij rouwen: vele mensen kunnen niet onmiddellijk accepteren dat een geliefde er niet meer is. Ergens weten ze het wel, en ergens ook weer niet. Pas wanneer ze een standpunt hebben ingenomen dat overeenkomt met de nieuwe realiteit kan hun rouwproces echt beginnen.

Pas als je in je job weet wat je concreet te vertellen hebt, kan je vooruitgang boeken.

Dus, wat is mijn standpunt? Wanneer je vast lijkt te zitten, niet gehoord lijkt te worden,... of op random momenten, vraag je eens af wat je standpunt is.