donderdag 30 maart 2017

Dansen tussen patronen

Ik denk dat we in ons leven allemaal wel de strijd kunnen aangaan tegen enkele patronen. Je kent het wel, je lijkt dezelfde fouten opnieuw en opnieuw te maken. Of dezelfde situaties komen opnieuw en opnieuw voor.
Bewust worden van deze patronen en uitzoeken waarom we er juist zo in vast lijken te zitten, is al een hele opgave. Er uit geraken, ze eens en voor altijd afleren, is een heel ander verhaal. 
Het zit in ons hoofd en het zit in ons lijf. Zelfs na zo veel proberen, zijn er cruciale momenten, waar we niet anders lijken te kunnen dan ons over te geven aan ons oud gedrag. Wanneer angst overheerst lijken we soms geen kant meer op te kunnen. 

Maar wat als het beter gaat? Wat als de patronen eindelijk doorbroken lijken te zijn? Je blijft wachten op de klap, op de vertrouwde pijn en ze komt niet?
En dan merk je, dat je puur uit de angst van het onbekende, zelf terug in dat patroon kan schieten. 
Want dat is het bekende, dat is makkelijk.
Voor het eerst sta je op onbekend terrein. Je hield je weerstand klaar, maar er kwam geen klap. Heel je leven, heb je geleerd om te leven na die klap, maar als je niet komt, wanneer je ze verwacht, wordt alles onbekend terrein. 
Hoe moet het nu verder? Hoe moet je je nu gedragen? Hoe moet je nu leven?

Het is alsof je danst met een blinddoek aan. Bij elke stap die je zet, weet je niet waar je voet terecht gaat komen. Enerzijds ben je helemaal overgeleverd aan de danspartner die aan het leiden is en anderzijds, moet je sterk genoeg zijn om eigen evenwicht kunnen houden, en toch soms durven steunen op je danspartner om overeind te blijven en je durven overgeven aan iemand, die je nog steeds, onverwacht kan laten vallen. 
Het is net als leren dansen: in het begin ben je bang, bang om de verkeerde stappen te zetten, bang om uit je comfortzone te komen en iets te tonen waar je je misschien belachelijk maakt. Je kijkt meer naar je eigen voeten dan naar de ogen van je partner, omdat je de ander geen pijn wil doen. Je durft nog niet volluit, passioneel te dansen, te zweven, omdat het zoeken en de angst je nog bij de grond houden, bij het technische houden.
Eens je vertrouwen hebt, kan je spelen, voelen, flirten met een dans die je samen maakt. 
Ondertussen dansen we mentaal tussen de wrakstukken van patronen, die klaarstaan om je terug in hun comfort van gewoonte en pijn te lokken, en de zaadjes van onbekende gronden, waarvan je niet weet of ze je meer kwaad of goed gaan doen.
Ergens weten we het antwoord wel, maar patronen zitten zo diep in ons geworteld, dat ze onze gedachten en gevoelens kunnen overnemen op onverwachte, kwetsbare momenten en dan is het moeilijk vechten. Daar tegenin gaan hoort bij de kunst van het leren leven. Leren dansen. 
Misstappen zullen er altijd zijn. Nieuwe patronen zullen ongetwijfeld komen. Het zal nog heel vaak onmogelijk lijken. Maar bij elke dans die je leert, word de volgende al een beetje makkelijker.

Misschien kunnen jullie nu ook even stilstaan bij welke patronen jullie blijven tegenkomen? 

donderdag 23 maart 2017

Ik herken je...

Ik herken je... Je bent een verloren liefde. Je bent een lang verloren deel van me.
Het is pas sinds vandaag, dat ik heb beseft, hoe veel ik om je heb gerouwd. Ik heb mijn verdriet lang buiten mij gelegd. Ik heb gerouwd om wat me was aangedaan. Omdat ik niet wou toegeven, dat ik zoveel van mezelf kwijt was. Dat ik jou kwijt was.
Ik dacht dat je rust nodig had. Dus ik wachtte tot je terugkwam. Maar je kwam niet. Dus moest ik verder zonder jou.
Ik probeerde dan maar mezelf te zijn zonder jou. Zonder jou, mijn levenskracht, mijn drive, mijn energie. En ik was goed, want ik werd benijd voor mijn eindeloze energie. Energie wat eigenlijk een stuk gepretendeerde, bijeengeschraapte wanhoop was. Want zonder jou, was er enkel vermoeidheid, weten wat ik wou en het vooral niet voelen. Ik kon enkel functioneren op stress en hoop.
Gelukkig. Want zonder, zou ik niet staan waar ik nu sta. Het heeft me door het grootste deel van mijn studies geholpen.
Ik heb zelfs geleerd om gelukkig te zijn zonder je, al voelde geluk nooit hetzelfde.
Het klinkt alsof een geliefde is overleden, maar het was een stuk van mezelf. En meer dan ooit, besef ik, dat een stuk van jezelf verliezen, ook rouwen is. Het ontkennen, het negeren, dan verdrietig zijn, de pijn dragen, om daarna te beseffen, dat je een nieuwe realiteit moet leren dragen. Om je daarna met deze nieuwe realiteit te verzoenen.

Maar misschien is het goed dat je bent weggegaan. Je was een gave en een kracht. En ik was jong en zoekend. Ik heb je misbruikt. Misbruikt om mijn pijn te helpen dragen. Ik heb je misbruikt, door dagenlang in je op te gaan. Door dagenlang alles van je te vragen, zodat ik me hopeloos kon verliezen in waar ik ook mee bezig wou zijn. Daarna crashte ik, dat is waar. Maar dan crashte ik ook weer hard genoeg om met niets te hoeven bezig zijn. Het klinkt alsof je een drug was die ik misbruikte. Misschien was dat ergens ook zo.
Toen kwam er een nieuwe zware strijd. En die vroeg te veel. Te veel energie. Volgens mij was je daar gestorven, en moest ik alleen verder. En ja, ik vond andere manieren van vluchten. Zelfs ongezondere.
Tot op het punt, dat ik leerde te stoppen met vluchten. En dat was een zware klap.
Als je heel lang, een hoop realiteit ontvlucht, dan krijg je een klap van een paar jaar, wanneer deze je eindelijk inhaalt. Een klap, waarbij je strike ligt. En niet meer recht kunt. Ik moest opnieuw leren ademen. Opnieuw leren leven, opnieuw leren zijn. Op een andere manier deze keer. Zonder te vluchten. In de realiteit.

Soms kwam er terug een vlaag van energie, die me deed hopen dat je terug was, maar je passeerde even snel als je kwam. Ik probeerde je vast te houden, maar je vloog telkens terug weg. Ik moest je loslaten.
Maar vandaag, vandaag ben je terug. Echt terug. Niet in een vlaag, maar stevig. Stevig en sterk, maar toch bescheiden. Niet teveel. Zoals iets duurzaam hoort te zijn. Ik kon weer dingen doen met de kracht en overtuiging, die ik stiekem kwijt was. Wauw, ik hou van deze versie van mezelf.
Ik hoop dat je nog wat blijft hangen. Of wat vaker langskomt.
Wees maar zeker, dat ik je nu met meer respect zal behandelen. Ik ben wat ouder, en zeker en vast een stukje wijzer. Ik weet nu, dat ik dankbaar moet zijn, voor elk moment dat wij samen kunnen werken.
Ik weet nu, dat ik jou men problemen niet mag laten oplossen. Ik ben groot genoeg om het zelf te doen. Nu heb ik andere dingen voor je. Ik ben gelukkig, en gedreven. Help me voelen hoe gelukkig ik ben, help me om met passie en plezier, te doen wat ik graag doe, om aan men toekomst te werken met vertrouwen en liefde. En ik beloof je, dat ik je op tijd zal laten rusten. Dat ik je zal soigneren. Ik geef nu ons.

Lief deel van mezelf, ik heb je gemist.

dikke knuffel,

Silke